Behandeling
In het beginstadium is de behandeling conservatief (niet chirurgisch).
Deze bestaat eerst en vooral uit het aanpassen van de activiteit om zo opstoten van pijn te vermijden. Fietsen en zwemmen zijn beter dan wandelen. Door fysiotherapie (“kinesitherapie”) kan de beweeglijkheid en de spierkracht onderhouden worden. De restpijnen kunnen verholpen worden met een eenvoudige pijnstiller en/of ontstekingsremmende medicatie.
Bij opstoten van pijn wordt vaak een intra-articulaire injectie gegeven, hyaluronzuur en/of corticoïden naar gelang de ernst van de opstoot.
Zo de pijn met deze conservatieve maatregelen niet onder controle te houden is, kan een chirurgische behandeling voorgesteld worden.
Bij nachtelijke pijn kan een arthroscopische uitruiming van het gewricht een merkelijke verbetering geven.
Bij patiënten onder de 55 jaar wordt nagegaan of het opheffen van de lokale overdruk nog mogelijk is. Dit kan door een asverandering of osteotomie. De ligamenten moeten intact zijn en het kraakbeen aan de gezonde zijde mag zeker niet aangetast zijn.
Zo de patiënt ouder dan 55 is, wordt een UKP (unicondylaire of halve knieprothese) of een TKP (totale knieprothese) voorgesteld.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!